Limoncello-ijs met citroenkonfijt

Bereiding

Vooraf gaan we citroenschillen konfijten, en ook een smeu’ige citroenpuree maken.

Haal vooreerst de schil van de citroenen en snijd er fijne reepjes van, ongeveer een halve centimeter breed.  Deze reepjes driemaal in een pannetje met water blancheren.  Nadien in een weinig water met 250 gr suiker 2 minuten inkoken, en vervolgens op bakpapier laten afkoelen.

Intussen gaan we de citroenpuree maken, door eerst de pitten uit het vruchtvlees te verwijderen.  Nu kunnen we het vruchtvlees inkoken in water, met 200 gr suiker en 50 ml witte wijn, gedurende 1 uur op een zacht vuurtje. Deze citroenpuree laten we dan afkoelen.  We gaan er even door met de mixer om grove brokken te vermijden.

Om het ijs te maken, laten we 500 ml melk, 500 ml room, 100 gr suiker en de honing enkele minuten inkoken.  Dit mengsel eerst even laten afkoelen, om dan voorzichtig en al roerend, door een zeefje het johannesbroodpitmeel toe te voegen  - het johannesbroodpitmeel is een natuurlijk dikkingsmiddel, dat voor een fijne basis zorgt voor het ijs.

Aan deze ijsbasis gaan we nu de citroenpuree en de limoncello toevoegen, waarna we het geheel in de koelkast zetten om goed te laten inkoelen.

Het ijs draaien we zo vers mogelijk voor het opdienen.  Hiertoe halen we de ijsbasis maar enkele uren voor het serveren van het ijs uit de koelkast, om het geheel in een zeer goed gekoelde ijsmachine tot ijs te draaien.

Vlak voor we het mengsel in de machine doen, voegen we een deel van de gekonfijte citroenreepjes, in blokjes gesneden dan, aan het afgekoelde mengsel toe.  Op die manier wordt ook ons zelf gekonfijt fruit in het ijs verwerkt.