SAN GIMIGNANO – In de voetsporen van de Middeleeuwse pelgrims
Niets valt met San Gimignano te vergelijken. De geschiedenis van het stadje, zoals van zovele typische dorpjes in Toscane, gaat terug tot de pré-Romeinse Etruskische nederzettingen (3de-2de eeuw v.Chr.). Maar je waant je helemaal in de Middeleeuwen. Je ervaart er de diezelfde drukte van weleer met de hedendaagse, bonte horden pelgrims...
Langs de Via Francigena
Haar naam zou San Gimignano al sinds de 4de eeuw (volgens sommigen 6de eeuw) te danken hebben, volgens de legende, aan de heilige San Gemignano. Deze bisschop van Modena zou de nederzetting hebben gered van de stammen van Totila.
Maar, de eerste echte, geschreven verwijzing naar de plaats met die naam dateert pas van het einde van het eerste millennium. Aartsbisschop Sigeric van Canterbury is de eerste bekende pelgrim om op zijn terugweg van Rome kond te doen van een borgo langs de Via Francigena.
Deze route is zowat de Middeleeuwse levensader in Europa die legers, internationale kooplui en dan ook pelgrims van alle pluimage volgen van het noorden van het continent naar Rome en zelfs Jeruzalem.
In de tijd tot het jaar 934 betekent de Middeleeuwse kern niet meer dan een versterkte burcht op Montestaffoli. Tempeliers en Ridders van Malta enten er hun vestigingen en dan gaat het zo snel dat al in 998 de toenmalige eigenaar, de bisschop van het naburige Volterra, beslist tot de bouw van een stadsmuur van meer dan 1 km. Twee versterkte gebouwen werken het geheel af op de Oost-West-as.
In 1056 stelt paus Victor II een College in, een Kapittel van seculiere kanunniken, bij de parochiekerk van San Giovanni, die prompt wordt omgebouwd tot een collegiale kerk. Geleidelijk aan wordt de bestaande omwalling ingevuld met nieuwe residenties, maar de groei van de stad, zolang het onder het Volterraanse juk blijft, gaat tergend traag.
Daarin komt verandering met de pauselijke bul van 1182 die meer autonomie toekent aan het Kapittel van de stad, waardoor San Gimignano een vrije gemeenschap wordt.
Een ongeschonden geschenk
Wandel van de Porta over de Via San Giovanni naar de Piazza della Cisterna. Je bevindt je op een van de meest sfeervolle pleinen die Italië rijk is, met haar 13de eeuwse waterput en even oude torens en palazzi.
Rechtdoor ga je naar de Piazza del Duomo, maar eerst ontwaar je aan de linkerkant de Torri gemelle degli Ardinghelli, de imposante nalatenschap van de fameuze Welfse clan. Aan de overkant van de Piazza del Duomo strekken de twin towers van de rivaliserende Gibellijnse Salvucci zich fier naar de hemel.
Dankzij het aanvankelijke overwicht van de Welfen vergroot in 1255 de invloed van Firenze. De stadsmuren worden afgebroken. Maar al in 1260, door de overwinning van de Gibellijnen in Montaperti, worden deze opnieuw opgetrokken, dit keer ook rond de wijk Poggio della Torre.
Eens op de Piazza del Duomo kom je helemaal onder de indruk. Door het Palazzo del Podestà en zijn strakke Torre della Rognosa, door het Palazzo del Popolo met zijn Torre Grossa, en door de monumentale trappen die tot de collegiale kerk Santa Maria Assunta leiden.
Of zeg maar gerust de kathedraal van San Gimignano. Oorspronkelijk een romaans bouwwerk uit de 12de eeuw, werd ze in de 15de eeuw vergroot en sindsdien overladen met tal van verhalende fresco's. Ronduit een lust voor het oog...
Begin 13de eeuw bereiken welvaart en inwonersaantal een toppunt. Bijna symbolisch bouwt San Gimignano de Torre Grossa 54 m hoog om de regel kracht bij te zetten dat geen enkele andere hoger mag zijn dan deze.
Een door familievetes verscheurde stad wordt tenslotte getroffen door de zwarte pest in 1348. Een paar jaar later onderwerpt San Gimignano zich spontaan aan Firenze, dat al gauw haar eigen Rocca bouwt, op de Montestaffoli, waar het 400 jaar eerder allemaal begon...
De restanten van de Rocca kunnen nog altijd worden bezocht. Maar de meeste bezoekers vandaag raken zo gecharmeerd in de historische straatjes, dat zij niet eens tot daar opklimmen. Bestijg dan tenminste de Torre Grossa en laat je daarboven overweldigen door het ongeschonden geschenk van San Gimignano en haar verbijsterende omgeving.
Op de begane grond diep onder je vervolgen kleine mensjes hun weg van de Piazza del Duomo noordwaarts over de Via San Matteo naar de gelijknamige poort. Als moderne pelgrims laten zij San Gimignano, haar tot de verbeelding sprekende geschiedenis en onnoemelijk talrijke verborgen schatten achter zich...
De Gouden Eeuw
Ondertussen is de positie van de aristocratische handelsfamilies van de stad zo sterk geworden dat deze pas verworven vrijheid San Gimignano in slechts enkele decennia haar definitieve glans geeft. De verhandeling van landbouwproducten van de vruchtbare omgeving, en in het biezonder van de gele krokusvariëteit saffraan, zorgt voor een ongeziene stadsuitbreiding.
In 1207 krijgt San Gimignano een nieuwe omwalling, die nu een gebied beschermt vier keren zo ruim als het oorspronkelijke borgo. Maar ook deze omgording blijkt na amper 30 jaar alweer te klein zodat in 1236 nog een ruimere volgt met wel 9 poorten.
Feodale torens rijzen op, net als in de naburige stadjes, om hebben en houden te verdedigen in deze woelige tijden. Naar men hier zegt ook om met de unieke gele kleur de immense stoffen te kunnen bewerken die tot ver over de Alpen in trek zijn. En hun prijs is afhankelijk van de grootte en de kwaliteit van de bewerking, zo stofvrij mogelijk en weg van de zon.
Alsmaar hoger reiken deze middeleeuwse wolkenkrabbers, als statussymbolen van de stadse familieclans, tegen mekaar op. Het worden er wel tweeënzeventig! Wij kunnen ons nauwelijks voorstellen wat een hallucinant gezicht het moet zijn geweest voor de stromen nederige middeleeuwse passanten.
Elkeen die als hun hedendaagse evenknie voor het eerst onder de noeste zuidelijke stadspoort Porta San Giovanni heen loopt, kan niet anders dan zijn verbazing uiten over wat hem overkomt. En er resten ons nu nog maar veertien torens, in hun ruwe aanbeeld, zonder sierlijke buitentrappen of van saffraan gekleurde stoffen...
Maar in deze ongebreidelde naijver kiemt op haar beurt de neergang van San Gimignano delle belle torri. Want zoals bijna overal in Toscane geraken ook hier paus- en keizergezinden slaags met elkaar. Zo treft de strijd tussen Guelfi en Ghibellini San Gimignano als de bittere vete tussen de Welfse familie Ardinghelli en de Gibellijnse Salvucci.
Meer weten
De Groene Gids van Michelin, Toscane-Florence, Pisa, Lucca, San Gimignano, Siena, Uitgeverij Lannoo, Tielt, 2005.
Città e Centri Storici della Toscana, Ancient Cities and Towns in Tuscany, Editori dell'Acero, Firenze, 2002.
Tuscany, Franco Cardini en Marilena Vecchi, Scala, Firenze, 2003.